Na zijn mislukte avontuur als evangelist in Mons keerde Van Gogh terug naar Brussel. Hij huurde een sjofele kamer in 't goedkoopste hotel dat hij kon vinden. Dat hotel bevond zich aan de Boulevard du Midi 72 die we af fietsen wanneer we Brussel uit rijden. Aan die Boulevard bevindt zich aan de route ook de Académie des Beaux-Arts waar Vincent zich had ingeschreven. Niet dat hij vaak de moeite nam om de lessen bij te wonen, maar hij sloot er vriendschap met de rijke jonge schilder Anton van Rappard en dat bleek een belangrijke vriendschap.
Op een of andere manier had Van Gogh een groot talent om mensen te vinden die hem hielpen in 't leven. Zo mocht hij vaak schilderen in het atelier van Van Rappard en aangezien Van Gogh nauwelijks in zijn eigen onderhoud kon voorzien, was dit genereuze aanbod - met toegang tot dure verf en doek - voor hem van grote waarde.
Al fietsend door de buitenwijken van Brussel ontvouwt zich hetzelfde tafereel als gister in Antwerpen: de autochtone inwoners hebben plaats gemaakt voor allochtone nieuwkomers. De 'alimentation générale' van weleer heeft het loodje gelegd en is vervangen door een halal slagerij. En waar eens de nonnetjes de kleuters hun eerste liedjes leerden, roept nu de iman de gelovigen op tot gebed. Het is zondagmorgen en op de Jamarlaan is een grote markt. Kleurig geklede Afrikaanse vrouwen doen er hun boodschappen bij de Marokkaanse groenteman. Er klinkt gelach en overal wordt gepraat. De zon schijnt en wij fietsen verder.
Over het jaagpad langs een kanaal bereiken we al gauw Halle. Dit is de laatste Nederlandstalige stad en toneel van de Vlaamse tv-serie Witse. Voldoende reden om te stoppen voor een bakje koffie.
Het pleintje bij het mooie, oude stadhuis wordt gedomineerd door de enorme St. Martinusbasiliek uit 1341. Dit prachtige voorbeeld van Brabantse hooggothiek was ooit het centrum van de kerstening van deze streek. De kerk bleef lange tijd populair als bedevaartskerk. Dat blijkt ook uit het winkeltje er tegenover. Vaag is het opschrift nog te lezen: 'Souvenirs religieux'. Blijkbaar is daar geen vraag meer naar, het winkeltje staat leeg. Al jaren zo te zien.
Om half elf is de mis uit en stromen de kerkgangers naar buiten. Het zijn er veel. De meesten blijven in het zonnetje met elkaar staan praten, maar er zijn er ook veel die samen iets gaan drinken. Ik zeg bewust 'iets' en niet koffie. De terrassen stromen veel. De meeste kerkgangers zijn 70+ en aan hun gedrag te zien kennen ze elkaar al sinds de kleuterschool. Links en rechts worden 'bises' uitgedeeld en het duurt niet lang voor de ober - die ook ijverig zoenen loopt uit te delen aan zijn stamgasten, en nee, wij horen niet tot die bevoorrechte categorie... - zet links en rechts de kriekskes en andere lekkere biertjes op tafel. Het kerkvolk laat het zich goed smaken. Een preek aanhoren maakt dorstig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten