donderdag 27 augustus 2015

Ribemont -> Compiegne

Aandeel-houdend tikte de regen op het tentdoek alsof hij ons ervan wilde overtuigen dat het menens was. Dat hoefde niet. De vorige avond hadden we de weersvoorspellingen gezien en die lieten aan duidelijkheid niets te wensen over.

Aarzelend kropen we onze droge schuilplaats uit. In no time waren de spullen ingepakt. De tent kleddernat. Fietsen dan maar. 

De dag is snel samengevat: in negen uur 85 km gefietst onder een leigrijze hemel waaruit het gestaag regende. Zo'n regen waarvan je in eerste instantie denkt: 'Het valt wel mee' maar waar je door-en doornat van wordt. 

Na een uur werd de behoefte aan koffie goed merkbaar. Eerst maar 's een lekker koffiebroodje halen voor erbij. In de meeste Franse cafés kun je geen gebak of zo bij de koffie bestellen, maar ze vinden 't prima als je 't zelf meebrengt.

Aan de meneer van de Spar in (??) gevraagd waar er een café was. 'Cafés zijn hier in het dorp maar iedereen is dicht op donderdag. Vroeger waren de kinderen vrij op die dag en daarom waren de winkels toen gesloten. Mensen zjjn hier conservatief en doen het nog steeds zo. Jullie moeten nog 20 km fietsen tot in Beautor voor er een café open is.' Geloof me, dit wil je niet horen wanneer je koud en kletsnat staat te wezen...

Langs het jaagpad van het Canal Aisne -Oise (?) fietsten we gestaag verder tot we in Beautor op een achtste wereldwonder stuitten: een kroeg die niet alleen open was, maar ook nog 's hemelse koffie serveerde! Met achterlating van poelen water rondom onze stoelen ging het verder. 

Middagpauze hielden we in een bushokje. Lekker met een stuk worst om de moed erin te houden. Maar wat is het koud als je zo kletsnat bent!! Snel verder.

Deze etappe van de reis wordt gekenmerkt door déjà vu's. Omdat voor Compiègne een aantal fietsroutes elkaar kruisen, kwamen we voorbij het stukje dat samenvalt met de Santiago-tocht in (?). Verder was ik hier drie maanden geleden toen ik de Frointlijnroute (url) reed. 


Eind goed, al goed: in Compiègne vonden we het Hotel de Flandres terug waar we vijf jaar geleden al met plezier overnachtten. En wát kan een hete douche dán lekker zijn!! Onze kamer was al snel een stilleven van drogende tent en kleren, maar dat deerde ons niet: wij zaten in bistro de Flandres achter een lekker bordje eten en een goed glas wijn. Hoe goed kan het leven zijn!!

woensdag 26 augustus 2015

Grandes Patures -> Ribemont (63 km)

Deze tocht is er één van stilstaan bij de diepere dingen des levens. Dat bleek deze dag op meerdere manieren maar nu loop ik op de zaken vooruit.

Het begon al na het ontbijt - dat was overigens een overheerlijk Frans ontbijt met warme broodjes, verse croissants en andere lekkere dingen in onze Logis de France La Tourraille. Fietsen is afzien!!

Enfin, gesterkt door al deze heerlijkheden waren wij eraan toe ons stalen ros te bestijgen, toen bleek dat Lied een lekke achterband had. Die aanblik maakt toch dat je jezelf ook een beetje lek geprikt voelt. Dus niks fietsen maar eerst de basics van de fietscursus Pech Onderweg in de praktijk gebracht. Daarna alsnog de paden op, de lanen in.  ..

We rijden door de Picardie, een van de noordelijkste regio's van Frankrijk. De streek bestaat uit prachtig golven boerenland. De tarwe is geoogst en de stoppels zijn al gecultivatord. Veel boeren zijn druk met mest uitrijden. Blijkbaar wordt er minder gecontroleerd dan in Nederland want de polderwegen liggen vol mest.

Naast tarwe, bieten en aardappels wordt er veel aan veeteelt gedaan. De melkkoeien komen doorgaans ook niet meer buiten. In de weilanden lopen vleesbeesten: Charolais en Blondes d'Aquitaines. Tusaen de weilanden groeien prachtige meidoornheggen als vee- en windkering. Jammer genoeg zijn er weinig vogels, zoals zo vaak in Frankrijk. Wel zien we langs een kanaal een ijsvogeltje dat als een blauwe schicht het water overvliegt.

Natuur is iets waar je niet genoeg bij stil kunt staan. Dat doen we dan ook. Letterlijk. Overal langs de weilanden staan bramenstruiken die in dit seizoen overvloedig vrucht dragen. Lekker is dat. Wel zorgen dat je boven vossenhoogte plukt (vanwege het gevaar op wormen) maar er hangt genoeg. 

Lied heeft een lastige fietsdag: het landschap is golvend en het ene hellinkje volgt na het andere. Bovendien is het warm en dat vergt ook veel van haar kracht. Zo gaat dat met fietsen: soms heb je totaal geen goede benen en de volgende dag fiets je weer fluitend verder. 

In deze streek zijn de mogelijkheden om te overnachten dun gezaaid. Eind van de dag betrekt het weer. Morgen wordt een hele dag regen voorspeld. We besluiten door te rijden naar de camping in Ribemont; de jeugdherberg in St. Quentin ligt 14 km verder en dat is nu geen haalbare kaart.

De camping blijkt een typische 'aire naturelle', met basic voorzieningen en een paar mannen die hier voor hun werk bivakkeren. Verder staat er een grote familie met een groep kinderen. Als ik 's avonds mijn telefoon oplaad, is ie weg als ik hem ga halen. Ik weet bijna zeker dat een van de kinderen hem meegenomen heeft, maar welk kind??

Systematisch ga ik alle caravans langs en vraag mijn telefoon terug. Niemand heeft iets gezien. Een van de vaders wordt agressief en bijt me toe dat ik niet moet denken dat zij dieven zijn omdat zij toevallig Roma zijn. Nou denk ik dat ook niet, maar ik wil beslist mjjn telefoon terug.

Twee meisjes wijzen op niet mis te verstane manier naar een van de caravans. En uiteraard behoort die toe aan die boze vader. Als ik nogmaals vraag om m'n telefoon, wordt ie zó boos dar hij handtastelijk wordt en mjj met geweld dreigt en aan mij gaat duwen en trekken. 

Het wordt een hele commotie met wel 15 leden van de familie verzameld vanwege het spektakel. Onze campingbuurvrouw schiet me te hulp. Ze stapt op het familiehoofd af en zegt dat dit zo niet kan, die telefoon moet terug. Ineens stapt er iemand naar voren en geeft me mijn toestel terug. Wat een opluchting! Een van de jongens had hem inderdaad gejat en verstopt achter een wiel van de caravan. Het zal ook wel niet hebben geholpen dat de volwassenen riepen dat de politie de kinderen zou opsluiten als ze de telefoon bij hen zouden vinden...

Terug in de tent zie ik dat mijn Sim-kaart eruit is gehaald. !@#$#^^$!! Weer terug naar die boze vader om hem mijn kaart terug te vragen. Er staan allerlei dierbare foto's op. Ondertussen is het donker. Het jongetje zegt dat hij 't kaartje weggegooid heeft in het gras. Met man en macht wordt er gezocht en waarempel, het kaartje komt boven water!

Als ik hen bedank voor het zoeken, stapt de boze vader naar voren en biedt zijn verontschuldigingen aan.We schudden elkaar de hand en opeens spreekt hij Gods zegen over me uit. Het zijn christelijke Roma. Wat een bizarre avond! Terug in de tent begint het nu echt te regenen. Dat belooft wat voor morgen...

dinsdag 25 augustus 2015

Mons -> Locquignol

De grauwgrijze regenwolken vormen een perfect ton-sur-ton met de donkergrijze stenen van de jeugdherberg en het lichtgrijze belfort daarachter. Het is dat er gestaag regen uit deze wolken valt, anders zou je er uren naar kunnen kijken... 
Nou ja, het is niet anders en het is vast ook héél karaktervormend om zo door de nattigheid over de gladde kinderkopjes (ook grijs) te fietsen. 

We zetten koers naar Cuesmes, een dorpje zo'n twee kilometer buiten Mons. Daar begint prompt de zon te schijnen.  Vincent van Gogh werkte van 1878 - 1880 onder zware omstandigheden in de mijnstreek de Borinage als evangelist. Hij woont dan in een aanbouw van het huis van mijnopzichter Charles Decruq. Het huis (rue du Pavillon 8) staat er nog, scheefgezakt en wel. Er is een kleine tentoonstelling over het werk van Van Gogh te zien, maar aangezien het 'Maison de Van Gogh' pas na twaalven toegankelijk is, moesten wij genoegen nemen met een blik door het hek.  Jammer!! 

Van Gogh heeft ook nog gewoond in het volgende dorpje, Wasmes. Dat huisje, rue Wilsson 221, heeft alleen een gedenksteen die herinnert aan de illustere bewoner. Aangezien het zich bevindt aan het eind van een helling van 13% hebben wij het huis het huis gelaten en zijn koffie gaan drinken in Wasmes. 

Om half elf zitten alle stamgasten al aan het bier. Er is veel armoede in deze streek. In sommige gezinnen zijn ze al van generatie op generatie werkloos. De uitzichtloosheid spreekt uit de gezichten. En toch... twee mannen aan een aanpalend tafeltje vragen geïnteresseerd wat we aan het doen zjjn en waarom.Van Gogh, ja die kennen ze wel, en gelijk krijgen we te horen hoe we zijn huis kunnen vinden. Aan de andere buurtafel zit een sjofel stel op leeftijd aan het bier.Bij hen hun kleinzoon van een jaar of zeven, een opmerkelijk lief en vrolijk joch. We praten wat en als opa en oma wegschuifelen, krijgen wij allebei een zoen van het menneke. Zelden zo'n lieve kus gehad!

De patroon spreekt zijn gasten in het Italiaans aan. Nee, hij is géén Italiaan, maar Siciliaan - of we dat maar scherp willen hebben. Zijn vader kwam in 1948 naar België en hij is er geboren en zijn kinderen ook, maar hij voelt zich geen Belg. En ook al leeft hij van het verkopen van bier, 'alcohol is geen oplossing, mevrouw, nu niet en nooit niet.' Hij schenkt overigens ook uitstekende koffie, dus als je de route rijdt: ga bij 'm langs, hij kan de klandizie best gebruiken! 
(km10.5, rotonde ri. Warquignies, kaart 36 uit routegids)

Niet lang daarna maken de begroeide heuvels van steenkolenafval plaats voor de glooiende bietenvelden en de kleine dorpjes van Noord-Frankrijk. Prachtig om door te fietsen. Je ziet het land veranderen. Steeds meer boerderijtjes veranderen in soms hele mooie woningen voor gezinnen. De oude meidoornheggen die vroeger om elk weiland stonden, schieten door bij gebrek aan onderhoud en koeien en de Mariakapelletjes - vroeger zo talrijk - worden al minder. 

om half vijf staan we voor de keus: hier een camping zoeken of nog 25 km verder. Dan begint het te regenen terwijl we nét voor chambre d'hôte La Touraille staan. Toeval bestaat niet en ze hebben nog een kamer vrij...

's Avonds eten we in het dorpje, Locquignol, de plaatselijke specialiteit: Flamichand. Dit is een soort pizza met de kaas uit het dorp Maroilles hier vlakbij. Erg lekker vond ik, maar Lied vond het absoluut niet lekker. Tsja, over smaak valt niet te wisten! 

Morgen verder richting St.Quentin.

PS: ik Cuesmes zit een prima fietsenzaak (Espace Bike, rue du grand Courant 10; is op de route bij Renault dealer rechtsaf het industriegebied in en bij rotonde die volgt rechtsaf)

maandag 24 augustus 2015

Dagje in Mons

Na haar dood werd haar hoofd van haar romp gescheiden op bevel van de Gravin van Henegouwen, Margaretha van Constantinopel. Dit lot treft natuurlijk slechts enkele bevoorrechten en in dit geval ging het om de heilige Waldetrude. Een beetje heilige werd immers in de middeleeuwen aan mootjes gehakt waarna een levendige handel plaatsvond in hoofden, harten, vingers en andere lichaamsdelen van heiligen. De meest populaire heiligen moeten gemiddeld minstens twee hoofden, drie harten en twintig vingers gehad hebben, gezien alle relieken die er van hen in omloop waren. 

Terug naar Waldetrude. Zij werd het begin van de zevende eeuw geboren als dochter van Walbert en Bertilde. Zoals dat toen ging, werd zij ten huwelijk geschonken aan een edelman, Madelgaire, met wie zij vier kinderen kreeg. Beide echtelieden hadden echter het brandende verlangen om God te dienen en zich van de wereld af te keren en dan zit je met zo'n gezin toch wat onthand. 

Maar voor ieder probleem is een oplossing en dus scheidden Madelgaire en Waldetrude met wederzijdse instemming. Als Paus kon je hier natuurlijk ook niet tegen zijn. Madelgaire stichtte een klooster terwijl Waldetrude de kinderen verder opvoedde. Toen zij daarmee klaar was, stichtte ook zij een gemeenschap die zich bezighield met gebed en liefdadigheid. 

Dat Waldetrude niet van de straat was, bleek wel uit het feit dat zij een gemeenschap van kanunnikessen stichte. Dat zijn kloosterzusters die zich niet aan de gebruikelijke geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid hoefden te houden, maar slechts een aantal religieuze verplichtingen hadden, zoals het bijwonen van de mis. Doorgaans ging het hierbij om dames van adel.

Waldetrude moet zeer geliefd zijn geweest in Mons en omgeving, want ze was nog goed en wel dood (eind 7e eeuw) voor ze door de bevolking al heilig werd verklaard. Vervolgens werd haar lichaam in een speciaal reliekschrijn bijgezet en haar hoofd - zoals gezegd - in een speciaal schrijn in de vorm van haar hoofd. 

De plaatselijke bevolking begon meteen met het vereren van de kersverse heilige. De kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders hadden daar wat meer tijd voor nodig, maar op 17 november 1997 (!) was het dan toch zo ver en werden de relieken van de H. Waldetrude officieel erkend door bisschop Huard. 

De kanunnikessen hadden ondertussen bepaald niet stil gezeten en de gemeenschap had een sterke invloed op Mons en omgeving. Een van de meest zichtbare uitingen van die invloed is de kolosale en prachtige Waldetrude kerk. Deze collegiale kerk (1450-1506) is een absoluut prachtig voorbeeld van Brabantse gothiek. Van buiten sober, streng ogend door de combinatie van blauwe steen en zandsteen waaruit het gebouw is opgetrokken, van binnen vol met prachtige kunstwerken. Wat er dan van over is, want veel is jammer genoeg vernietigd tijdens de Franse Revolutie. Maar toch: een absolute aanrader: ben je in Mons, ga deze kerk zien!

Overigens hangt de welstand van Mons volgens de legende af van deze kerk en meer in het bijzonder van het schrijn met de restanten van de heilige Waldetrude. Wat is het geval? Ieder jaar wordt er een week na Pinksteren een grote processie gehouden. Onderdeel daarvan vormt de 'Gouden Koets', een prachtig versierd karos, waarmee het schrijn met de heilige Waldetrude de stad wordt rondgereden. Schrijn en gouden koets worden bewaard in de Waldetrude-kerk die bovenop een heuvel staat. Volgens de legende zal het de stad slecht vergaan als de koets niet in één keer door de zes stevige Belgische trekpaarden die ervoor gespannen worden, naar boven, de steile helling op. Dat mag natuurlijk niet gebeuren en daarom helpen jaarlijks tientallen pelgrims de zware koets de heuvel op duwen. Volgens traditie gaat het al sinds 1426 goed en het heeft Mons geen windeieren gelegd: de stad is culturele hoofdstad 2015 geworden. Wat de heilige Waldetrude daar wel van gevonden zou hebben???

zondag 23 augustus 2015

Brussel -> Mons (deel 2)

Vanaf Halle peddelen we lekker over het jaagpad naar Ronquires waar de grote scheepslift is. Onderweg stuitten we op een wegversperring. Ach, het is zondag en ze zullen wel niet aan 't werk zijn... Mis poes! We stuiten op wat vissertjes die ons de weg versperren. En niet zomaar een paar, nee honderden vissers met professionele uitrustingen die voldoende moeten zijn om flinke joekels aan land te brengen. Er is geen doorkomen aan en we moeten terug naar de vorige brug. Al met al zijn we een uur aan het prutsen. De enige vis die we gevangen zagen worden kan niet langer dan zes cm zijn geweest, model stekelbaars zeg maar. Het schijnt dat Nederland wereldkampioen is geworden.
De scheepslift bij Ronquires is fascinerend: hier worden schepen niet geschut maar in een grote bak met water over een helling van vijf procent vijftig meter hoger gebracht. Die helling moeten wij ook nemen, maar dan op het fietsje. Voor Lied is 't pittig, zeker gezien de warmte, maar ze houdt dapper vol. 
Een paar kilometer en even zovele hellingen later is de pijp leeg. We besluiten om met de trein de resterende 30 km naar Mons te overbruggen. 
Het station van Ecaussines heeft duidelijk z'n gloriejaren achter zich maar er komt nog steeds ieder een een trein. We missen 'm op dertig sekonden. Enfin, herkansing over een uur en we zitten droog want inmiddels regent het flink. 
Een uur later komt de trein binnenrollen. De afstand tussen perron en instaphoogte bedraagt op z'n minst 80 cm en onze bepakte fietsen wegen zwaar. De conductrice ziet ons worstelen en vraagt twee medereizigers ons te helpen. Tsja, met twee stevige kerels erbij lukt het best ;-)
Het volgende stationnetje moeten we alweer overstappen. Hier helpt een collega van de Belgische spoorwegen ons roerend. 'Nog twee stationnetjes en dan zijn jullie er hoor!' Twee stationnetjes verder wringen we ons uit de trein om er op het perron achter te komen dat dit het verkeerde dorp is... Mons ligt 10 km verder! Hij bedoelde natuurlijk dat Mons het derde station was...
In Jurbise wil je niet dood gevonden worden en wij dus ook niet. We stappen op de fiets voorzien van goede raad over de te volgen route door de stationschef. De weg is druk en het regent. Rode jasjes aan, gas erop en fietsen, Lied voorop. De wet van Murphy doet wat hij moet doen en drie kilometer voor Mons heb ik mijn eerste lekke band in bijna twintig jaar met mijn Snel-fiets. Nu heb ik zeker 12.000 km met deze banden gereden, maar toch... Samen de fiets afgeladen en de band verwisseld en dat alles in de geur van het meest vreselijke frietkot van België. Amai zunne!
Mons is verrassend mooi. Voor mijn gevoel was het een grauw provinciestadje dat verpauperd achterbleef toen de kolenwinning op z'n eind liep. Dat beeld klopt beslist niet meer. De hele binnenstad is opgeknapt en ze zijn vol trots culturele hoofdstad van 2015. Echt een leuke plek om even rond te lopen. 
De markt vormt een prachtig decor om lekker te gaan eten na deze bewogen dag. En een pintje hebben we toch zeker verdiend! We zitten precies tien minuten op het terras voor de regen een eind aan deze idylle maakt... Wet van Murphy.

Brussel -> Mons

Na zijn mislukte avontuur als evangelist in Mons keerde Van Gogh terug naar Brussel. Hij huurde een sjofele kamer in 't goedkoopste hotel dat hij kon vinden. Dat hotel bevond zich aan de Boulevard du Midi 72 die we af fietsen wanneer we Brussel uit rijden. Aan die Boulevard bevindt zich aan de route ook de Académie des Beaux-Arts waar Vincent zich had ingeschreven. Niet dat hij vaak de moeite nam om de lessen bij te wonen, maar hij sloot er vriendschap met de rijke jonge schilder Anton van Rappard en dat bleek een belangrijke vriendschap.
Op een of andere manier had Van Gogh een groot talent om mensen te vinden die hem hielpen in 't leven. Zo mocht hij vaak schilderen in het atelier van Van Rappard en aangezien Van Gogh nauwelijks in zijn eigen onderhoud kon voorzien, was dit genereuze aanbod - met toegang tot dure verf en doek - voor hem van grote waarde.
Al fietsend door de buitenwijken van Brussel ontvouwt zich hetzelfde tafereel als gister in Antwerpen: de autochtone inwoners hebben plaats gemaakt voor allochtone nieuwkomers. De 'alimentation générale' van weleer heeft het loodje gelegd en is vervangen door een halal slagerij. En waar eens de nonnetjes de kleuters hun eerste liedjes leerden, roept nu de iman de gelovigen op tot gebed. Het is zondagmorgen en op de Jamarlaan is een grote markt. Kleurig geklede Afrikaanse vrouwen doen er hun boodschappen bij de Marokkaanse groenteman. Er klinkt gelach en overal wordt gepraat. De zon schijnt en wij fietsen verder.
Over het jaagpad langs een kanaal bereiken we al gauw Halle. Dit is de laatste Nederlandstalige stad en toneel van de Vlaamse tv-serie Witse. Voldoende reden om te stoppen voor een bakje koffie.
Het pleintje bij het mooie, oude stadhuis wordt gedomineerd door de enorme St. Martinusbasiliek uit 1341. Dit prachtige voorbeeld van Brabantse hooggothiek was ooit het centrum van de kerstening van deze streek. De kerk bleef lange tijd populair als bedevaartskerk. Dat blijkt ook uit het winkeltje er tegenover. Vaag is het opschrift nog te lezen: 'Souvenirs religieux'. Blijkbaar is daar geen vraag meer naar, het winkeltje staat leeg. Al jaren zo te zien.
Om half elf is de mis uit en stromen de kerkgangers naar buiten. Het zijn er veel. De meesten blijven in het zonnetje met elkaar staan praten, maar er zijn er ook veel die samen iets gaan drinken. Ik zeg bewust 'iets' en niet koffie. De terrassen stromen veel. De meeste kerkgangers zijn 70+ en aan hun gedrag te zien kennen ze elkaar al sinds de kleuterschool. Links en rechts worden 'bises' uitgedeeld en het duurt niet lang voor de ober - die ook ijverig zoenen loopt uit te delen aan zijn stamgasten, en nee, wij horen niet tot die bevoorrechte categorie... - zet links en rechts de kriekskes en andere lekkere biertjes op tafel. Het kerkvolk laat het zich goed smaken. Een preek aanhoren maakt dorstig!



zaterdag 22 augustus 2015

Antwerpen -> Brussel

Antwerpen -> Brussel, xx km.
Negen uur 's ochtend zeulden twee mannen op de Grote Markt in Antwerpen met een zwaar ding dat in plastic verpakt was. Toen een van beiden het pak bijna uit zijn handen liet vallen, werd zichtbaar wat er onder het blauwe plastic zat: een varken dat ze aan het spit gingen hangen. 
Vanaf de Markt richting de Kaai stonden al de houten banken en tafels opgesteld voor de hongerigen die zich later zouden melden en gemeentewerkers waren druk bezig de straten schoon te spuiten.
Het was duidelijk: Antwerpen maakte zich op voor de tweede dag van het (naam?)festival met muziek, eten en heel veel bier. 

Tijd om de kuierlatten te nemen. Na een rondje oude binnenstad fietsten wij via de Kaaien en lang vergeten jaagpaden langs de Schelde Antwerpen uit.

Antwerpen, de stad waar Vincent van Gogh zo wanhopig had geprobeerd om te leren schilderen. De stad waar hij alleen al door het zien van de werken van Rubens en andere grootheden wist dat dit zijn passie was: schilderen. Niet dat hij veel succes had. Er zijn brieven van hem aan zijn broer Theo waarin hij deze smeekt om alsjeblieft geld te sturen, hoe weinig ook, omdat hij al dagenlang niets anders dan droog brood gegeten had. Als hij al geld voor brood had gehad...

We drinken koffie in Niel, een oud schippersdorp met nog een echt authentiek estaminet waar voornamelijk de eigen dorpelingen komen. De koffie is prima, de soep komt uit een pakje en de uitbaatster draagt een legging met daarover een t-shirt met een woest uitziend luipaard van een formaat dat in de natuur zijn weerga niet kent.

Op de Scheldedijk zitten de fietstoeristen bij dure, nieuwe buitencafés te 'loungen' bij blikmuziek. We verwisselen de Schelde voor de Ruper, een riviertje waar aan de oevers vanouds veel steenbakkerijen waren. Er is er nog één actief - als museum waar je zo mag rondlopen om het te bekijken. De andere steenfabrieken en oude industrie wordt stilaan verdrongen door dure appartementen met uitzicht op het water. Hier spoelen de nieuwe rijken uit Antwerpen aan en met hekken en slagbomen worden al de minder fortuinlijken buiten gehouden. 

De rivieren liggen er op deze zinderend hete dag stil en verdroomd bij. Het tij - tot hier goed merkbaar -is af. Omzoomd door het tere rose van springbalsemien - beter bekend als burenverdriet. Samen met de rijke geel van het hertshooi en de ranke paarse raket vormen de bermen een ode aan de bijna voldragen zomer. Prachtig!

Mechelen verschijnt aan de horizon met het onmiskenbare silhouet van de Romboudskerk. In een hoekje van de kerk hangt nog een handleiding om aflaten te verkrijgen. Altijd handig voor in het vagevuur. Het staat er letterlijk. De tekst dateert uit 1922. Zou iemand dit ooit nog lezen, laat staan doen??


We overleggen: hier blijven en de stad bekijken of toch door naar Brussel? We gaan door.Om iets over zessen staan we bij Breughel, de jeugdherberg in Brussel. Heel toepasselijk aan de Heilige Geeststraat.

Ook hier mogen de fietsen veilig binnen. Kom daar maar 's om in de meeste hotels! Ze hebben er ook lekker eten en na de douche schuiven we zó aan.

Later die avond lopen we naar de Grote Markt. Dat is een minuutje of tien met onderweg een oude bekende: Manneke Pis. 
De Grote Markt is prachtig verlicht en het is een genot om zomaar een tijdje alle vormen, kleuren en geuren (mosselen met stip op nr. één!) op je te laten inwerken. We ronden de dag af met een welverdiend biertje op een zwoel terras.

Wat een paradox met het verblijf van Vincent van Gogh hier! Hij volgde hier een opleiding tot evangelist (dat was goedkoper dan dominee worden zoals zijn vader). Na het afronden van deze opleiding zou hij aan de slag gaan in de mijnstreek de Borinage in Mons. Daar gaan wij morgen ook heen.

vrijdag 21 augustus 2015

Op naar Auvers...

Vrijdag 21 aug. 2015 - Etten-Leur -> Antwerpen. 60 km.
We waren dit voorjaar in Muiden blijven steken met de Van Gogh-route en nu, met de herfst in zicht, benutten we de gelegenheid om nog even een weekje te gaan fietsen. Het Nederlandse deel kunnen we altijd nog in de weekenden doen, maar het stuk van de grens tot Auvers-sur-Oise moet eigenlijk achter elkaar gereden worden. Voor die 450 km trekken we een weekje uit, moet kunnen. 
Vriend Thomas brengt ons, heel luxe, met de auto naar de route in Etten-Leur. 
Met koffie en goede wensen nemen we afscheid: tot over een week! Daar gingen we dan....


Het is een prachtige nazomerdag en de temperatuur stijgt tot zo'n 31 graden. Door het afwisselende landschap met bossen en stukken land waar bomenkwekers zitten, is er regelmatig schaduw.

Naast het kleine protestantse kerkje in Zundert ligt een kindergrafje: 'Vincent van Gogh' staat erop. Het ligt vlak naast het kerkje alsof het gebouwtje als een moeder haar dode kind wil koesteren. Dit is Vincents broertje dat een jaar voor hem geboren werd en kort daarna overleed. Vincents vader was dominee in Zundert en hij begroef zijn kind direct naast de consistorie, waar hij het grafje dagelijks moet hebben gezien in de 20 jaar dat hij in Zundert 'stond'. Wat zou er door hem heen gegaan zijn? En hoe moet 't voor de jonge Vincent - de tweede Vincent - geweest zijn om zo vaak herinnerd te worden aan het broertje wiens naam hij nu droeg? Voelde hij 't - misschien onuitgesproken maar o, zo zichtbare - verdriet van zijn ouders dat als een klamme deken over zjjn jeugd lag? Ervoer hij dat hij nu aan de verwachtingen over Vincent moest voldoen?

Vincent speelde in de preekstoel van Pa.
Als we ons brood willen opeten op 't bankje op het kerkhof komt koster langs. Of we belangstelling hebben het kerkje van binnen te zien? Welzeker! En zo toont de koster, mw. Van Laarhoven, (check!) ons de preekstoel van waaruit Vincent's vader 's zondags preekte en waar Vincent doordeweeks verstoppertje speelde. 
Het is een lief, oud kerkje waar de lucht van de geschiedenis als een onbestemde geur in de lucht hangt. Mw. Van Laarhoven zet zelfs koffie voor ons en zo zitten we aan tafel in de consistorie waar ooit Vincent zelf rondgelopen moet hebben. Een bijzondere plek! 
Aan de markt, dichtbij het kerkje, staat nog het ouderlijk huis van Vincent, nu in gebruik als museum. We slaan het over, Antwerpen wacht en dat is nog een stevig stuk fietsen...
Prachtig jaagpad langs kanaal richting Antwerpen

"Proef het fietsgeluk"
Bollekesfeest in Antwerpen

dinsdag 28 april 2015

Derde etappe: Bennekom - Lage Vuursche (80 km)

Natuurvriendenhuis de Bosbeek in Bennekom
Zondag 26 april 2015 -
Op tijd vertrokken uit de Bosbeek in Bennekom. De gps doet het weer en wijst braaf naar de route die inderdaad maar een paar kilometer van het Natuurvriendenhuis ligt*). En zonder kletsroute omrijroute zoals gisteren...
We zetten koers naar de Hoge Veluwe. In het Kroller Moller museum daar bevindt zich een aantal prachtige werken van Van Gogh en op een bedevaart als de onze is een bezoekje daaraan een must. Als we over het Planken Wambuis rijden, lijkt de wereld uitgestorven. Er is vrijwel niemand in het bos en het ruikt er alsof de wereld gister is gemaakt. De lijster grijpt zijn kans en zingt dat het een lieve lust is. Overal in het bos bloeien de krentenboompjes waardoor er een bruidssluier van witte bloesem door het groen schemert. Ik weet niet hoe Vincent dit zou schilderen, maar ik vermoed dat hij er iets prachtigs van zou maken.

Japanners bekijken Van Goghs
In Otterlo gaat de route scherp linksaf richting Barneveld. Wij gaan rechtsaf richting het museum dat een kilometer of vier verder ligt. Voor de ingang wordt juist een buslading Japanners uitgeladen. Het bezoek ontpopt zich als een 'close encounter' met deze gasten uit het oosten. In marstempo stevenen ze af op de meest beroemde schilderijen. Vervolgens worden er in hoog tempo foto's gemaakt. Niet van de schilderijen maar van oom Mikumy naast de Aardappeleters en tante Yoshiko voor de zonnebloemen. Een boeiend geheel dat zich voltrekt in een adembenemend tempo. Een van de suppoosten vertrouwt ons toe dat het gemiddelde bezoek van een bus Japanners een half uur tot maximaal drie kwartier duurt, daarna zit iedereen weer keurig in de bus op weg naar de Keukenhof of een ander hoogtepunt der Lage Landen.

Postbode Joseph Roulin
Wat mij het meest opvalt in de collectie van het Kroller Muller museum is het feit dat Van Gogh zo ongelooflijk productief is geweest in zijn laatste levensjaar. Bijna alsof hij voelde dat de dood hem op de hielen zat. Er hangen prachtige werken tussen zoals de beroemde zonnebloemen maar ook het portret van de postbode uit Arles. Te veel om op te noemen. Bijzonder ook dat je door de afstand te variëren tussen jou en de schilderijen soms een heel ander beeld krijgt.

Na de kunst (en de koffie in restaurant de Koperen Kop!) was het tijd om verder te fietsen. De route voert richting Barneveld waardoor je het hogere gedeelte van de Veluwe weer verlaat. Onderweg komen we langs het middelpunt van Nederland waar een zich een oeroude gerechts- en offerplaats bevindt. Hier werd vroeger recht gesproken onder een oude lindeboom. Dit zijn leuke details in een toch al mooie route.

Daarna volgt het boerenland met de kippenboerderijen rondom Barneveld en in het dorp natuurlijk het beroemde kasteel van Jan van Schaffelaar waar hij al dan niet vanaf sprong. Ik houd het erop dat ie sprong, een goed verhaal is nooit weg.

De route door Amersfoort voert door de Kamperpoort langs de monumentale middeleeuwse Muurhuizen via de Lange Jan de stad weer uit. Ook hier is weer zo veel te zien, maar ja, dan komen we nooit op tijd in Lage Vuursche.

Precies om zes uur rollen we het bos uit en ruiken we de pannenkoeken. Tijd voor iets lekkers! Daarna naar het Koos Vorrinkhuis, het Natuurvriendenhuis dat hier vlakbij het dorp ligt. Morgen Koningsdag, een dag waarop veel Nederlanders traditioneel uit hun dak gaan. Hoe zouden die Japanners daar wel niet tegenaan kijken?? Geen idee, maar ze gaan er vast veel, héél veel foto's van maken...


(*) voor de liefhebber: je vindt Natuurvriendenhuis de Bosbeek als je op km 110 van kaart 7 van het routeboekje de weg langs het spoor volgt in westelijke richting dan kom je na een paar km op een splitsing waar je scherp linksaf naar de Bosbeek kunt rijden)

zaterdag 25 april 2015

Tweede etappe: Ravenstein - Bennekom (52 km)

Zaterdag 25 april 2015

'Zachtjes tikt de regen op het zolderraam...' Ken je dat liedje? Nou, zo begon de dag dus. Maar na een strategisch langdurig ontbijt was dat probleem ook weer opgelost. Een mens moet zich weten te behelpen.

De route voert van Ravenstein noordwaarts over de grote rivieren: Maas, Waal en Nederrijn steken we over. Holland op zijn mooist! Het gras is jong en sappig en de wegkanten zijn versierd met het uitbundige geel van verwilderd koolzaad met zijn diepzoete geur en het tere rose van de pinksterbloem

De boerenzwaluwen zijn ook terug en scheren rondom de daken van de boerderijen. Hier en daar tjilpen nog groepjes huismussen. Ze worden steeds zeldzamer en dat is jammer want het zijn prachtige vogeltjes. Boven de weilanden buitelt de kievit terwijl de scholekster ons luid scheldend volgt tot we uit zijn territorium zijn. Ook de roofvogels zijn actief, we zien een paar prachtige buizerden die vanuit de verte hun typisch melancholieke miauwen laten horen. Mooi...!!!

Bij Renkum verlaten we de route om koers te zetten naar het Nivon-huis in Bennekom. Een peuleschil want dit huis ligt op een paar kilometer. Maar ja, deze route is karaktervormend dus wat gebeurt er...? Juist ja: de regen komt met bakken uit de hemel en op het moment suprême dat de gps zijn superieure meerwaarde had zullen bewijzen, geeft hij de geest. 'Battery is empty...' Gggrrr@$/#^&&^##**/#!!!
Tsja, en vervangen in een stortbui lijkt geen goed idee en natuurlijk geen bushok in de buurt (die zjjn hier dan ook volstrekt overbodig, zelden zoveel dure auto's bij elkaar gezien als hier).

Kort en goed, na kilometers in de regen doemt er een bordje op 'Nivon-huis' met een pijl een haakse bocht terug de heuvel op... Dat was zwoegen dus, nou ja voor sommigen van ons, vooral degenen met onbestemde xx-leeftijd dus. Het was al met al een louterende ervaring voor we een half uur later druipend en wel op de stoep van ons onderkomen stonden.

Eerste etappe: Eindhoven - Ravenstein (73 km)

Vrijdag 24 april 2015

Het is een prachtige dag, een van de eerste warme voorjaarsdagen. Een lang weekend (leve de Koning!) vormt de perfecte aanleiding om een stukje te gaan fietsen.

Het samen rijden van de Van Gogh-route is mijn verjaardagscadeautje aan vriendin L die deze zomer xx jaar wordt (censuur... Net boven de 21...) Een tochtje naar Parijs van 900 km lijkt mij uitermate geschikt voor deze eh... onbestemde leeftijd,  toch?

Vanaf station Eindhoven naar Nuenen is maar een kilometer of 11. In het museum wordt voorzien in onze behoefte aan koffie en kunst (ja, let op de volgorde...)

Het Vincentre (Berg 29, Nuenen) is een nieuw museum waar ter gelegenheid van het Van Gogh-jaar in 2015 allerlei activiteiten op touw worden gezet. Er is een interessante vaste tentoonstelling die een aardig inkijkje biedt in het leven van Van Gogh in zijn Nuenense periode (1853-1855). Niet te missen dus en je hoeft er niet per se op de fiets heen.

Het beeld van Vincent dat zich bij mij vormt, is dat van een super gevoelig mens dat er niet in slaagde in balans te komen met de eisen en verwachtingen die zijn ouders (foto) van hem hadden en zijn eigen wensen en passies die hij wilde najagen. Het gevolg laat zich raden: verdriet, boosheid, frustratie. Voor Vincent eindigde dat in zelfmoord, voor zijn broer Theo (foto) leidde dat tot een voortijdig einde. Dat en veel meer verdriet, passie en pijn bracht het leven van Vincent voort. Dat en een groot aantal prachtige en vaak onnavolgbaar fascinerende schilderijen. Wat een nalatenschap!

De rest van de route naar Ravenstein voert door een mooie mix aan Brabants land, hier en daar voorzien van een toefje varkensodeur en een toefje koeienmest. Verderop naar het noorden volgen de prachtige bossen en heidevelden rondom Schaijk.

Hotel de Keurvorst ligt middenin het oude vestingstadje Ravenstein. Een mooi hotelletje in een historisch stadje. Een passend slot van een mooie dag!

'Donker dat toch kleur is'

Aan de gezichten is de zorg om het dagelijks leven goed af te lezen. Het is bijna donker in de kamer. Aan de zoldering hangt een gaslampje dat een zwak, flakkerend licht op de aanwezigen werpt. Met z'n alle eten ze uit een  gemeenschappelijke schotel. Aardappels met spekvet, het avondeten van de gewone man.

Het schilderij, De Aardappeleters van Van Gogh,  is nu een van de bekendste - en duurste - van de hele werd. Het hangt in het Van Gogh Museum in Amsterdam als een stille getuige van de hopeloze strijd tegen armoede en gebrek in Brabant aan het eind van de 19e eeuw. De wevers hadden geen schijn van kans tegen de fabrieken die toen opkwamen en die met behulp van stoommachines de thuiswerkers uit de markt drukten. Met als gevolg een schrijnende armoede.

Deze armoede was er mede de oorzaak van dat keuterboeren, wevers en  wasvrouwen ermee instemden om door Van Gogh getekend en geschilderd te worden. Niet dat ze ijdel waren of niks te doen hadden. Integendeel, maar ze kregen ervoor betaald door het 'schildermenneke' zoals zij die vreemde zoon van de dominee noemden en ieder dubbeltje was er één.

Vincent was in 1853 naar Nuenen gekomen waar zijn ouders inmiddels woonden. Tot nog toe was hij in alles mislukt: in zijn opleidingen, zijn pogingen om kunsthandelaar te worden en zijn streven om predikant te worden.

Het enige wat hem wel erg duidelijk was, was dat hij zijn passie om te tekenen en te schilderen wilde volgen. Dat was nou niet direct iets waar zijn ouders blij mee waren. Toen Vincent na een mislukte periode van een aantal maanden schilderen in Drenthe weer eens aan de achterdeur van zijn ouderlijk huis verscheen, was dat geen feest - voor niemand.

Vincent omschreef in een brief aan zijn broer Theo hoe hij zich voelde: 'als een lelijke, grote, harige hond die met z'n vieze modderpoten door het huis loopt en slechts gedoogd wordt.' Hij mag gebruik maken van een bijgebouwtje van de pastorie om te schilderen en z'n spullen neer te zetten, meer niet. Deert het hem? Waarschijnlijk wel, het is een overgevoelige jongen, die worstelt met zijn gevoel van eigenwaarde en de zin van het leven. Hij vind z'n eigen weg om ermee te dealen door rond te zwerven in de streek met palet en schildersezel en het gezelschap op te zoeken van andere verschoppelingen, de arme boeren en wevers.

Twee jaar, van 1853 tot 1855, woont Vincent in Nuenen. Hij werkt als een bezetene. Zijn doel: de wereld van boeren, wevers en arme mensen om hen heen, zó.te schilderen, dat het donker toch kleur heeft. Dat hij in beelden uidrukken kan, wat zijn schrijnende hart speurt van de werkelijkheid om hem heen.

Het is een marginaal bestaan: hij leeft op de zak van zijn broer Theo die hem geld stuurt en zijn ouders die hem aan hun tafel gedogen. Na twee jaar produceert hij zijn magnum opus: De Aardappeleters. Hij stuurt het Theo, die in die tijd kunsthandelaar is in Brussel, zodat die het kan verkopen. Jaren later zal het nog steeds boven het dressoir van zijn broer hangen. Onverkocht.

☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆

Het dorpje Nuenen prijst zichzelf langs alle toegangswegen in goed Brabants aan als 'Van Gogh Village'. Het nieuwe Van Gogh centrum 'Vincentre' (hoe kom je d'r op...) is in het oude raadhuis tegenover de pastorie waar Van Goghs ouders woonden. In het museum is een erg leuke tentoonstelling over de tijd van Van Gogh in Nuenen met veel aandacht voor de schetsen van boeren en wevers die uiteindelijk uitmondden in de drie versies van De Aardappeleters. 

In het dorp is een wandeling uitgezet langs allerlei plekken die herkenbaar zijn uit zijn werk. Een aanrader om 't museum te bezoeken. De fietsroute gaat vervolgens langs een paar bekende plekken. 


donderdag 23 april 2015

Een omgekeerd vraagteken

Het leven van Vincent van Gogh was nou niet direct een rechte streep van begin naar de finish. Daar zaten eh... nogal wat onverwachte afslagen in de route zal ik maar zeggen. Deze boeiende levensloop komt naadloos terug in de vorm van de route. Het startpunt is station Eindhoven. Vandaar gaat het naar Nuenen, het Brabantse dorpje waar Van Goghs vader predikant was en waar hij zijn grote liefde Margot moest verzaken. Maar nu loop ik op de zaken vooruit. Eerst maar 's een overzicht van de route zelf.

Als een omgekeerd vraagteken slingert de route zich van Eindhoven omhoog richting de Hoge Veluwe waar in het museum natuurlijk de meest prachtige schilderijen van hem te zien zijn. Daarna verder via Amersfoort richting Amsterdam met de mooie collectie Van Goghs in het Stedelijk. Enfin, en zo verder. We gaan het allemaal zien. Morgenochtend gaan we starten, met mooi weer, dus da's een goed begin. We gaan er voor!


De Van Gogh-route (nr. 1)  

woensdag 22 april 2015

GPS-perikelen

Het wonderapparaat der zoekenden in dit leven...
De moderne fietser heeft het makkelijk. Daar waar Van Gogh, gedreven door het lot en een onnavolgbaar karakter, van hot naar her zwierf, hechten wij vakantiefietsers eraan om zonder omwegen daar te komen waar we wezen willen. En wat is er dan makkelijker dan een GPS op je fiets schroeven en af en toe met een schuin oog te kijken of je nog op de route naar het volgende café zit?

Tsja, niets eigenlijk. Klein detail is dan wel dat je dan moet kunnen omgaan met zo'n wonderapparaat. Niks an toch? In iedere auto zit tegenwoordig toch een TomTom? Kind kan de was doen... Nou, mis poes. Geheel in lijn met het feit dat fietsen afzien is (en de moderne vorm van boete doen voor ieder denkbare zonde), is de GPS voor de fietser een apparaat dat een aanslag is op je goede humeur, je schaarse vrije tijd en je hoop op een beter leven en dat alles in één.

Maar ja, wel makkelijk om simpeltjes de route te kunnen volgen dus niet gezeurd en fluks de DVD's in de laptop met daarop de cursus die iedere nitwit ogenblikkelijk belooft mee te voeren naar het digitale paradijs. Precies wat ik nodig had  (en deze winter nijver had willen bestuderen). Nou, vergeet het rustig!! Na een avond prutsen met 'firmware' die opeens van eminent belang bleek voor verder levensgeluk en het verschil tussen routes en tracks (ook al zo belangrijk...) en nog zo wat, sloeg de wanhoop toe. Gruwel... waar is de nooduitgang?!

We gaan niet naar Friesland hoor...
Deze diende zich aan in de vorm van vriend Thomas die digitaal allerlei verstandige taal sprak en wilde helpen maar niet direct om de hoek zit. Vriend Dirk - stukken dichterbij en ook al zo'n digitaal wonder - bood uitkomst en offerde een vrije avond aan mij op. Het gevolg: de route staat op de GPS!

Verdwalen kan nu niet meer zonder hoongelach, dus we gaan d'r voor! Overmorgen vertrekken L en ik voor de Tocht der Tochten... Wordt (ongetwijfeld) vervolgd...







vrijdag 17 april 2015

Hij die overwint...


Vincent van Gogh in 1866 (13 jaar)
'Hij die overwint' is de naam die hij meekrijgt bij zijn geboorte. Zowel de hoop als het geloof van zijn ouders zijn samengebald in deze naam. Een hoop die uiteindelijk zal uitkomen, ook al is het lang na zijn dood.

Op 30 maart 1853 wordt het gezin van predikant Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus in Zundert verblijd door de geboorte van een zoontje. Ze noemen hem Vincent, naar hun doodgeboren zoontje van een jaar eerder. In totaal kreeg het echtpaar drie meisjes en drie jongens, onder wie Theo, die vier jaar na Vincent geboren werd.

Een foto uit 1866. Theo is 13 jaar en kijkt strak in de camera. Zijn blik heeft iets uitdagends maar is ook onzeker. Een combinatie die zijn hele leven kenmerkend voor hem zal blijven.

Portret van Dr. Gachet
Zijn leven lang zal hij zoeken naar zijn bestemming. Als zoon van zijn vader probeert hij prediker te worden. Dat wordt een jammerlijke mislukking. Ook andere beroepen passen niet bij hem. Rusteloos zwerft Vincent van de ene plaats naar de andere, waarbij hij langzaam maar zeker ontdekt dat het enige wat hem echt interesseert, het schilderen is.

Op 29 juli 1890 sterft Vincent van Gogh in Auvers-sur-Oise aan de gevolgen van een zelfmoordpoging. Hij heeft in z'n hele leven dan één schilderij verkocht.

In 1990 koopt de steenrijke Japanse papiermagnaat Ryoei Saito het portret van Dr. Gachet voor $ 82.5 miljoen. Het is dan het duurste schilderij dat ooit verkocht werd. Saito creeert een schandaal door te verklaren dat het schilderij samen met hem bij zijn dood gecremeerd zal worden. Na zijn overlijden in 1996 is het schilderij nooit meer gezien.